Marie Klijn – de Bresser

Marie Klijn – de Bresser (van De Rustende Jager)

Marie (Johanna Maria) Klijn – de Bresser werd op 4 mei 1883 in Boxtel geboren. Zij was een dochter van Johannes de Bresser en Elisabeth Jonkers, vierde uit een gezin van elf kinderen. Zij huwde op 3 mei 1910 met Kees Klijn ( geboren te Loon op Zand op 26 november 1885). Zij kregen 6 kinderen waarvan er een jong overleed. Zij gingen wonen in een boerderijtje op het huidige adres Oude Bosschebaan 10.  Dit boerderijtje brandde af na blikseminslag. Eigenaar Bart van Asten besloot het boerderijtje niet meer op te bouwen en Kees Klijn en Marie de Bresser kozen ervoor om op 23 april 1920 het naastgelegen pand, het huidige adres Oude Bosschebaan 11,  van familie Martens te kopen, De Rustende Jager. Zij gingen er samen met de 5 kinderen wonen en de kost te verdienen, het was een klein boerderijtje met een zijkamertje waar een borreltje of een frisdrank geschonken kon worden aan de jagers of de passanten die er even wilden rusten. Er kwam een drankvergunning B, voor frisdrank en licht alcoholische dranken. Bezoekers konden geen sterke drank krijgen. Dat was op verzoek van de gemeente. Door de ziekte van Kees moesten zij het café in 1934 verkopen aan de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Het café kon worden voortgezet, het gezin kon er blijven wonen en zoon Jan kreeg bij de Vereniging een aanstelling als boswachter. In 1936  overlijdt Kees op 50-jarige leeftijd en toen stond Marie er alleen voor met haar vijf kinderen. Zij bleef betrokken bij het café tot op hoge leeftijd. De laatste 25 jaar van haar leven runde Marie Klijn De Rustende Jager samen met haar jongste dochter Toos van de Wiel – Klijn en haar man Piet. Op 1 januari 1972 wordt Jo Pijnenburg de nieuwe kastelein. Hij is getrouwd met Nelly Klijn, de dochter van boswachter Jan Klijn. In 1989 kopen zij De Rustende Jager terug van Natuurmonumenten. Zij maakten er een bloeiend bedrijf van tot op de dag van vandaag.

Typisch Marie Klijn

Marie Klijn liep altijd met een stokje, gewoon een stuk hout dat ze in de bossen had gevonden. Dat was nodig, omdat haar reuma haar parten speelde. Om de reuma tegen te gaan smeerde ze altijd een krant in met spekvet en stopte die onder haar borstrok. Marie liep altijd op zwarte klompen met een zwart riempje. Die klompen waren voor haar op maat gemaakt vanwege haar reuma. Zij was voor niets en niemand bang. Ze zei wat ze vond en handelde ernaar. Als een klant op een tafel ging staan, zei ze: “Sta je thuis ook altijd op de tafel?”. Als een klant al twee biertjes op had, zei ze prompt dat die klant geen dorst meer kon hebben en schonk geen derde glas in. Als een medewerker van de steenfabriek na de ontvangst van zijn salaris langs kwam bij Marie Klijn, dan zei ze direct tegen hem dat hij beter naar huis kon gaan en het geld aan zijn vrouw geven voor de zorg voor zijn kinderen. Wat Marie ook typeerde is dat ze te voet naar Udenhout liep om haar boodschappen in te kopen en als de tassen dan te zwaar waren, liep ze naar de melkfabriek. en zei tegen de directeur: “U hebt een auto en ik heb zware tassen. Wilt u mij even naar De Rustende Jager brengen”. Daar aangekomen nam de directeur wel een borreltje, maar moest die toch zelf betalen.

De markante Marie Klijn overleed op 15 april 1970. Zij was 86 jaar oud. Ze was de laatste tijd ziek en er werd besloten haar naar een verzorgingshuis in Boxtel te brengen. Op haar verzoek stonden bij haar vertrek uit De Rustende Jager militairen op het terras die samen een lied voor haar zongen.

Meer informatie over Marie is te lezen in het boek “ Over De Rustende Jager” 2020.