Resultaten opgravingen Udenhoutseweg

We ontvingen onderstaande informatie van gemeentelijk archivaris Guido van der Eijnde.

De laatste weken veldwerk

Eind november is het archeologisch onderzoek van het urnenveld aan de Udenhoutseweg in Berkel- Enschot afgerond. Acht weken lang is het prehistorisch grafveld intensief onderzocht door de archeologen van ARCHOL in opdracht van Triborgh Gebiedsontwikkeling. In de laatste weken is nog belangrijke informatie over de geschiedenis van het urnenveld verzameld. Onder het urnenveld is een plattegrond gevonden van een boerderij die waarschijnlijk uit de midden-bronstijd dateert en ouder is dan het urnenveld. Vlak in de buurt bevonden zich twee kringgreppels die ooit rond grote grafheuvels lagen die mogelijk eveneens in deze vroege periode dateren. Verder onderzoek moet nog meer zekerheid verschaffen over de dateringen. De voorlopige interpretatie luidt nu dat de geschiedenis van het grafveld teruggaat tot in de midden-bronstijd, met een boerenerf uit deze periode waarvan de bewoners zijn begraven in de grote grafheuvels. Deze begravingen op of bij het erf worden soms uitgelegd als een claim van de familie op het omringende landschap. De latere gemeenschap van het urnenveld legde een begraafplaats aan bij de oudere grafheuvels, mogelijk die van hun voorouders. Op deze manier kan zij de claim op het landschap hebben overgenomen en gecontinueerd.

Een eerste tussenbalans

Een eerste en zeer voorlopige tussenbalans maakt meteen al het indrukwekkende resultaat van het veldwerk van de afgelopen weken duidelijk. Was de (hoge) verwachting voor de start van de opgraving dat er ongeveer 150 crematiebijzettingen zouden worden aangetroffen, met meer dan 225 graven is het de helft meer geworden dan verwacht. Daarmee is het urnenveld langs de Udenhoutseweg een van de grotere urnenvelden van Noord-Brabant. Er zijn 40 grafmonument onderzocht en 31 min of meer intacte urnen gevonden, als grafbijgift of als container voor de crematieresten. Voorlopig wordt het gebruik van het urnenveld gedateerd in de late bronstijd en vroege ijzertijd, maar een meer precieze datering volgt nog uit verder onderzoek. De verwachte prehistorische nederzetting ten noorden en westen van het grafveld is in elk geval niet aanwezig binnen de grenzen van het onderzoeksgebied. Er zijn wel vondsten uit deze periode bekend uit het aansluitende terrein ten oosten van het plangebied. Of er een relatie bestaat tussen het urnenveld en deze aanwijzing voor bewoning is echter lastig te stellen. De plattegrond uit de Romeinse tijd was dan weer een onverwachte vondst. De verwachting tijdens de opgraving dat er meer erven uit deze periode aanwezig waren, is niet bevestigd geworden, maar het is niet gesloten dat deze meer uitgebreide bewoning ter hoogte van de huidige Udenhoutseweg heeft gelegen of nog verder naar het westen. De plattegrond uit de Romeinse tijd toont in elk geval wel het eeuwenlange gebruik van het landschap en de bijzondere gelaagdheid in tijd van het gebied.

Al snel na de start van de opgraving werd duidelijk dat het grafveld niet geheel in het onderzoeksgebied ligt en verder naar het westen doorloopt. Het grafveld is dus niet volledig opgegraven, waar wel op was gehoopt bij aanvang van het onderzoek. Dat is jammer omdat we daardoor nog niet weten hoeveel van het grafveld nu is onderzocht: 30%, 60% of misschien 90%? En voorlopig weten we ook niet hoeveel van het grafveld nog onder de Udenhoutseweg ligt of verder ten westen ervan. We willen deze vragen graag beantwoorden om de betekenis van het onderzochte

deel van het grafveld goed te kunnen begrijpen, maar ook met het oog op wat in de toekomst met de rest van het grafveld verder kan en moet gebeuren.

Hoe verder?

Het einde van de opgraving is niet het einde van het onderzoek van het grafveld, integendeel. De archeologen van ARCHOL gaan nu alle veldgegevens ordenen en vervolgens in overleg met de opdrachtgever Triborgh en de gemeente Tilburg bespreken op welke wijze de verzamelde gegevens verder onderzocht moeten worden. Dit verdere onderzoek neemt naar verwachting nog twee jaar in beslag en daarna worden de resultaten ervan in een boek gepubliceerd.

Waarom kost dit onderzoek nu zoveel tijd? Uiteraard door het grote aantal gegevens uit de opgraving, maar ook het vaak specialistische karakter van het onderzoek van de menselijke crematieresten, het aardewerk (ook de conservering ervan), de verzamelde gegevens over het landschap rond het grafveld, de Romeinse en de bronstijd bewoning, de hele precieze datering van al deze gegevens, enz. Over het verloop van dit verdere onderzoek en de resultaten hopen we u de komende twee jaar nog verder informeren.